Blog - Wolfried Kaper


Wekelijks schreef onze dirigent Wolfried Kaper een blog over een deel uit de Passionen van J.S.Bach.
Met uitleg zoals wíj van hem gewend waren in de repetities.
Deze tekst werd gewoonlijk toegevoegd als luisteraanwijzing in het tekstboekje bij onze concerten. 


Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen,
De koralen uit de Matthäus Passion zijn voor velen die nog geen kennis hebben genomen van deze compositie, het meest herkenbaar. Vaak komt de melodie, soms in een wat gewijzigde vorm, ook voor in de liedboeken die tegenwoordig in de kerken worden gebruikt. Daarbij is het koraal niet zo lang en komt de melodie in de compositie vaker voor, dat komt de herkenbaarheid ten goede. De beschouwende tekst stemt tot nadenken en verduidelijkt vaak de gevoelens en gedachten die ontstaan op de plaats waar het koraal in het werk is geplaatst. Het eerste koraal stelt direct de vraag die iedereen bij het lijdensverhaal heeft: Geliefde Jezus, wat is nu eigenlijk de reden dat men tot zo'n strenge veroordeling is gekomen? Het vraagteken blijft na de laatste zin duidelijk hangen en blijft in het hele werk van kracht. Daarom kunnen we ook aannemen dat het koraal om deze reden als eerste word gezongen'.

Matthäus Passion J.S.Bach - Choral 21 Erkenne mich mein Hüter“ en 23 "Ich will hier bei dir stehen“

Deze twee koralen hebben dezelfde harmonisatie, dat wil zeggen dat in de vierstemmigheid elke stem dezelfde melodie zingt. Het eerste koraal staat in de toonsoort E en het tweede in de toonsoort Es, een halve toon lager dus. Musici zijn in de loop der jaren altijd van mening geweest dat een toonsoort een duidelijk karakter heeft. Charpentier in 1692, Mattheson in 1713 en Quantz in 1752 schrijven daar uitvoerig over. „Erkenne mich, mein Hüter, mein Hirte, nimm mich an!“ staat na het recitatief waarin Jezus zegt: „In dieser Nacht werdet ihr euch alle ärgern an mir. Denn es stehet geschrieben: Ich werde den Hirten schlagen und die Schafe der Herde werden sich zerstreuen“. In het koraal waarin naar voren komt hoeveel goeds de Herder hen heeft gegeven, klinkt de bede om door Hem te worden aangenomen. De toonsoort E wordt gekenmerkt als glanzend en stralend, passend bij alle goeds dat omschreven wordt. Dan volgt het recitatief waarin Petrus duidelijk maakt dat, wat er ook gebeurt, hij zich nooit van Jezus zal afkeren. Jezus antwoordt hem dat juist hij Hem zal verloochenen. Petrus zegt dan dat hij zelfs met Jezus zal willen sterven en hem zeker niet zal verloochenen. In het koraal dat volgt is de standvastigheid van Petrus nog te horen, vooral de eerste regels zijn duidelijk. De toonsoort Es wordt door Berlioz omschreven als majestueus en zacht ernstig. Dat laatste past dan zeker bij het eind van het koraal waar het over de dood gaat. Petrus weet op dat moment nog niet wat er gaat gebeuren, wij weten het al wel. De mens wil wel graag het goede, maar soms ligt het ook buiten zijn mogelijkheden. De stemming, zacht ernstig, stemt tot inkeer. De leer der toonsoorten geeft de verschillen in karakter aan, maar je kunt in de manier van zingen natuurlijk ook aandacht geven aan de verschillende stemmingen. Je zou ook kunnen zeggen dat het koraal in Es, een halve toon lager, de mensheid zou kunnen zeggen een toontje lager te zingen in plaats van te zelf verzekerd te zijn van eigen kunnen.

Matthäus Passion J.S.Bach - Chorall 31 "Was mein Got will, das gescheh allzeit..'"

Een koraal dat door menigeen met moeite wordt gezongen, het is niet altijd makkelijk om het leven te aanvaarden zoals het aan je voorbijgaat. Toch moeten we ook bedenken dat deze tekst komt na de recitatieven en aria's waarin gezongen wordt over de manier waarop de discipelen, en hierin ook de gelovigen, zich zo graag voor Jezus wilen inzetten en moeten ervaren dat ze er soms niet toe in staat zijn. Jezus bidt: “Vater ists möglich, so gehe dieser Kelch von mir, doch nicht wie ich will, sondern wie du willt“, daarna komt hij terug bij zijn discipelen en ze zijn niet in staat gebleken om wakker te blijven op het moment dat hun Meester het moeilijk heeft. Voor de tweede keer gaat Jezus bidden en vraagt weer of de beker aan Hem voorbij mag gaan en besluit met „Ich trinke ihn denn, so geschehe dein Wille“ Direct daarna klinkt het koraal.

Ook aan de kleine Johann is het leven niet moeiteloos voorbijgetrokken. Wat moet er allemaal door het gedachtenleven van het kind zijn heen gegaan, als hij eerst op tienjarige leeftijd zijn moeder en kort er na zijn vader verliest. Op tienjarige leeftijd wees en gelukkig opgevangen door zijn oudste broer die in Ohrdruff organist is. Ook in zijn eigen gezinsleven later is er naast gelukkige perioden ook veel tegenslag. Zijn eerste vrouw, Maria Barbara, overleed in 1720. Van de twintig kinderen die Johann Sebastian Bach in twee huwelijken heeft gekregen zijn er 10 op zeer jeugdige leeftijd gestorven en van de tien die de zuigelingen- en kleutersterfte overleefden (zes jongens en vier meisjes), moest hij ook nog meemaken dat Johann Gottfried Bernhardt op vierentwintigjarige leeftijd overleed. De tekst van het bovenstaande koraal moet hem dan ook niet makkelijk zijn gevallen. Maar het vaste vertrouwen waarmee het koraal besluit zal hem zeker geholpen hebben.

Matthäus Passion - J.S.Bach - Chorall 32 "Mir hat die Welt trüglich gericht“

De koralen in de Matthäus Passion zijn voor de kerkgangers in de tijd van Bach natuurlijk zeer bekend. Vroeger dacht men wel dat op de Goede Vrijdag deze koralen door de gemeente meegezongen werden.

Dat was niet het geval. Aan het begin van de kerkdienst had de gemeente een actieve rol met een lied, daarna volgde de Passion met daarin opgenomen een preek.

Na de Passion klonk nog één lied door de gemeente.

Als je brieven leest van de zonen van Johann Sebastian, verbazen ze zich over de manier waarop in de omgeving met koralen wordt omgegaan.

Ze beklagen zich er over dat er weinig verschil in dynamiek is en dat alle koralen op dezelfde manier worden gezongen, ongeacht wat voor tekst er staat.

We begrijpen hier uit dat het bij hun vader wel anders gebeurde. Dat is ook wel logisch, als je ziet wat hij allemaal aanwendt om tekst duidelijker te maken en dichterbij te brengen.

In dit koraal dat volgt na een recitatief waarin wordt gesproken over valse getuigenis tegen Jezus, staat ook een prachtig voorbeeld.

Vrijwel altijd staan de beklemtoonde lettergrepen van de woorden op de zware maatdelen van de vierkwartsmaat, de 1e en de 3e kwart. Bijvoorbeeld, woorden als Welt, geRicht, Lügen en G'dicht.

Eigenlijk zou vanwege de beklemtoning ook de lettergreep trüg van het woord trüglich op 1 of op 3 komen. Omdat het woord de betekenis „bedrieglijk“ heeft, schrijft de componist het beklemtoonde gedeelte op de 2e kwart, het bedrieglijke aspect uitgelicht, een indicatie te meer om de beklemtoning exacter te nemen en juist ook op de 2e kwart sterker te zingen dan op 1 en 3. Zo blijf je dichter bij de tekst en is volgens ons de bedoeling duidelijker.

Het eerste gedeelte van dit koraal geeft aan hoe de wereld vol zit met leugens en bedrog. Bij Herr, nimm mein wahr in dieser Gfahr, bhüt mich für falschen Tükken!

Klinkt een bede, vandaar ook het onderscheid in de toonsterkte.

Matthäus Passion - J.S Bach - Choral 35 - "O Mensch, bewein dein Sünde groß "

In het koraal „O Mensch bewein dein Sünde groß“, dat aan het einde van het eerste deel de preek moet inleiden, wordt aangemoedigd tot inkeer en ook verhaald over de bemiddelende rol van Jezus die, voor de mensheid op aarde gekomen, haar ongerechtigheden op zich nemend wordt gekruisigd. Deze koraalfantasie werd pas 9 jaar later dan de eerste uitvoering toegevoegd en staat vol met woordschilderingen, we gaan hier volgende week nog op in. Het gaf de aanwezigen de gelegenheid om zich al bezinnend voor te bereiden op de preek. Tegenwoordig in de concertante uitvoeringen begeeft het publiek zich dan naar de koffie en het kan haast niet anders of de bezinning krijgt ook ergens een plekje. Dl 2 De tijd waarin wij leven staat in jaren ver af van de periode waarin Bach werkzaam was als uitvoerend musicus en componist. Hij leefde van 1685 tot 1750 en in die tijd werd natuurlijk ook geschilderd, tekende men en werd in allerhande materiaal de lijdensgeschiedenis vormgegeven. Toch begrijpen we dat de beelden die ons nu omringen via tv, internet, dag- en weekbladen en glossy's een groot deel van onze fantasie prikkelen en verhalen en gebeurtenissen veel dichterbij brengen. Grote schilderijen uit de Barok zijn niet voor iedereen toegankelijk in de tijd waarin ze ontstaan. De Kruisweg, de 14 staties waarin wordt stilgestaan bij de verschillende momenten in het lijdensverhaal, beginnend bij de ter dood veroordeling en eindigend bij de graflegging, wordt door Paus Clemens XII (1730-1740) pas verplicht gesteld in de Rooms Katholieke kerk. Hoewel er voor die tijd ook wel gebeden waren voor deze Kruisweg, gerelateerd aan de gang van Maria langs de plaatsen waar Jezus gevankelijk werd gevoerd, is het aantal beelden en schilderijen die dan beschikbaar zijn, niet te vergelijken met wat wij kunnen bekijken. De Tonmalerei, letterlijk vertaald toonschildering, wordt door Johann Sebastian Bach gebruikt om de tekst uit te beelden, te verlevendigen en te onderstrepen. Met alle mogelijke muzikale middelen die hem ten dienste staan, onder andere: melos (toonhoogte), ritme (toonlengte) en klagende melismen (meerdere noten op één lettergreep gezongen) brengt hij de tekst dichterbij. Met deze manier van componeren komen beelden op andere wijze tot leven. Als je het koraal nog eens luistert en let op het woord „bewein“ in alt, tenor en bas met een klagend melisme geschreven, maakt dit het wenen bijna tastbaar. Bij „äußert und kam auf Erden“ gaat de melodie na de inzet in alle stemsoorten omlaag om het op aarde komen te verduidelijken en eindigt in de sopraan en bas zelfs in de grondtoon e (de toonsoort waarin het koraal staat). „Den Toten er das leben gab“, hier wordt door de alt op zeer nadrukkelijke wijze in het rime en toonhoogte het woord „leben“ (leven) uitgelicht en ook tenor en bas laten zich daar hoger horen. Een woord als „Krankheit“ laat Bach natuurlijk niet liggen. Een klagend melisme bij alt, tenor en bas met daarbij in de geschreven noten intervallen die gekenmerkt worden door vele kruistekens en zelfs een aantal dubbelkruisen, die staan er natuurlijk ook niet voor niets. De zin eindigt met het woordje „ab“, geschreven op slechts een achtste noot, kort dus, de ziekte wordt weggenomen. Aan het eind van het koraal wordt „Trüg unsrer Sünden schwere Bürd wohl an dem Kreuze lange“ (droeg de zware last van onze zonden langdurig aan het kruis) het woord „lange“ ook in lengte over 3 maten in de sopraan gezongen en de andere stemmen sluiten zich met een melisme op dat woord aan. De afsluitende instrumentale maten symboliseren als het ware de discipelen die Jezus verlaten en vluchten, zoals vermeld in het recitatief dat aan dit koraal voorafgaat. Snelle loopjes van fluiten en hobo's in zestiende noten, korte achtste noten in de strijkers met veel rusten er in eindigen op het laatst in een achtste noot, terwijl juist de basnoot in orgel, fagot, cello en contrabas in vier maten overgebonden eindigt in een kwart. De grondtoon (Jezus) blijft, terwijl de leerlingen vluchten. De predikant kon bij een zo eindigende vervluchtiging in de muziek daarop in de hierop volgende preek heel goed aansluiten.

Matthäus Passion - JS Bach - Choral 37 " Wer hat dich so geslagen "
Het koraal „Wer hat dich so geschlagen“ wordt gezongen na de gewelddadige handelingen en uitspraken van het Sanhedrin, de Joodse raad. Voor het koor de opdracht om zich te verplaatsen in de mensen die door elkaar heen schreeuwend de dood van Jezus eisen en hem ook vragen om te zeggen wie hem slaat. Met andere woorden, als je dan de zoon van God of een profeet bent, dan kun je dat natuurlijk wel zeggen ook al zie je niet wie je raakt. Niet makkelijk voor koorleden, die zich nooit vijandig wensen te gedragen, om zo te zingen dat de overtuiging waarmee het klinken moet, gestalte wordt gegeven. Het gaat tegen hun gevoelens in. Zo moet het ook in de tijd van Bach geweest zijn. Het zal dan ook in die tijd goed geweest zijn om het koraal er na te zingen en te horen waar de inleving van het gebeurde vertaald wordt naar de laatste zin „von Missetaten weißt du nicht“. De heftigheid waarmee het koordeel „weissage“ en de innigheid waarmee de vraag in het koraal overkomt verschillen enorm en dat doet de bezinning weer toenemen.


Matthäus Passion J.S.Bach - Chorall 46. " Wie wunderbarlich ist doch diese Strafe!"

Als het volk, daartoe aangezet door de hogepriester en de oudsten, schreeuwt om de kruisiging van Jezus, volgt daarop het koraal; „Wie wunderbarlich ist doch diese Strafe!“,

de gedachte over hoe vreemd het toch eigenlijk is dat de goede Herder voor de kudde moet lijden.

Let ook op het uitroepteken in de tekst. De melodie is gelijk aan die van het eerste koraal in de Passion „Herzliebster Jesu was hast du verbrochen“, waarin eigenlijk dezelfde vraag staat.. De harmonisatie is nog veel indringender; vooral de gang van de bas in deze eerste zin, de stijgende, bijna chromatische basmelodie geeft een duidelijk vragende intentie aan. Bij de interpretatie kun je daar dan ook rekening mee houden.

In het volgende korte recitatief komt Pilatus met de echte vraag: „Wat heeft hij dan verkeerd gedaan?“

Matthäus Passion - J.S Bach - Choral 48 "Bin ich gleich von Dir gewichen"
Het verraad van Petrus is aangrijpend en ook voor iedereen zeer invoelbaar, het is niet altijd makkelijk om voor je idealen en principes te blijven staan. Petrus, de apostel die zich zo betrokken voelt en zo enthousiast is dat hij zegt alles te willen doen, zelfs te willen sterven voor Jezus, juist hij pleegt het verraad dat voorspeld was. In het recitatief voor de alt-aria „Erbarme dich“ horen we zijn ontkenning op de vraag of hij ook niet één van de volgelingen van Jezus was. Daarna volgt het kraaien van de haan, waarna Petrus naar buiten loopt en huilt. Het „weinete bitterlich“ is een woordschildering van de componist die op indrukwekkende manier het recitatief beeindigt. Na de aria waarin de schuld van Petrus wordt bezongen, waarover John Eliot Gardiner schrijft dat deze aria juist door een alt gezongen wordt om te onderstrepen dat volgens het idee van Luther iedereen schuldig is, terwijl Petrus eigenlijk door een bas wordt gezongen, volgt dan het koraal met een vertroosting. Want natuurlijk is er ook voor Petrus weer de kans om zich opnieuw in te zetten voor zijn Meester, zelfs na het drievoudig verrraad. Hij doet dat ook lezen we later en in zijn apocrieve Handelingen wordt zelfs vermeld dat hij bij zijn eigen kruisdood vraagt om ondersteboven te worden gehangen. Hij wil niet sterven op de manier die Jezus moest ondergaan. In het koraal wordt gezongen over het zich weer in dienst stellen, zonder dat de schuld wordt ontkend. Gelukkig blijkt de genade van God groter dan de zonde die zich in ons bevindt en ook daar kunnen we dat bij het uitvoeren natuurlijk in dynamiek laten horen, waar al in de toonhoogte verschil staat: „Deine Gnad“ staat op de hoogste noten van de melodie in dit koraal, waarna de melodie omlaag beweegt bij de laatste woorden over de zonde in ons.


Matthäus Passion - J.S.Bach - Chorall 63: O Haupt voll Blut und Wunden

Na de vernederingen, het schijnheilige „Gegrüßet seist du Jüdenkönig“ en de mishandelingen, klinkt het koraal „O Haupt voll Blut und Wunden“.

De tekst laat aan fantasie niets te wensen over, de meest verschrikkelijke lichamelijke pijn in de doornen kroon met daarbij de spot en de hoon.

De tekstdichter gebruikt in de laatste woorden van het eerste couplet ook een „Gegrüßet“, maar dan een „Gegrüßet seist du mir“.

In de interpretatie kun je dan het volgende couplet wat meer relief geven door het wat langzamer en zachter te zingen, als een jezelf wat wegdenkende overweging.

We begroeten het edele, het nobele, dat zo schandelijk wordt behandeld.

Matthäus Passion - J.S.Bach; Choral 72- Wenn Ich einmal soll scheiden

Als Jezus uiroept „Eli, Eli, lama asabthani“ (mijn God, waarom hebt u mij verlaten) denken sommige omstanders dat hij Eli om hulp vraagt. Tot op het laatst van zijn leven bespot, geeft Jezus de geest.

Het koraal dat volgt, verbindt het overlijden van Jezus met het onverbiddelijke einde van ieder mens. Als zelfs de zoon van God het gevoel heeft dat de Vader hem verlaten heeft, hoe zal het dan de toch altijd al twijfelende mens vergaan? Daarom deze bede. Mocht het zo zijn dat ons einde nadert, wees ons dan nabij.
Johann Sebastian Bach, juist hij, die zo vele dierbaren al had verloren, waaronder zijn vrouw en tien van zijn kinderen, zal gevoeld hebben hoe een naderend afscheid deze angst en pijn met zich brengt. Hij onderschrijft als het ware de gedachte dat deze gevoelens die Jezus heeft moeten ondergaan, precies daardoor voor de mensheid verlicht kunnen worden, want het toch wel droevige koraal eindigt weliswaar in een zeer lage ligging, maar wel in E groot.
Bij de uitvoering van dit laatste koraal in de Matthäus Passion nemen we de vrijheid om de stilte tussen de versregels te gebruiken om ze dichterbij te laten komen.

Het vormt ook een rustpunt na het overlijden van Jezus, want na dit koraal komt de onstuimige passage met het scheuren van de voorhang in de tempel, het beven van de aarde en het splijten van rotsen, waarna dan de hoofdman en anderen die er zijn, schrikken en zeggen: „dit moet ongetwijfeld Gods Zoon geweest zijn“.

De componist vindt de conclusie van deze Romeinen zo belangrijk dat hij het vierstemmig over twee maten laat klinken.

Johannes Passion - J.S.Bach - Choral 1 - "O Große Lieb"
Het eerste koraal dat in de Johannes Passion een plaats krijgt, begint met "O große Lieb". Het komt nadat in het openingskoor de "Herr unser Herrscher" is toegezongen en het verhaal begint met het verraad van Judas, die met de gewapende dienaren van de hogepriesters op zoek is naar Jezus. Op de vraag van Jezus "wen suchet ihr", klinken twee maal de heftige korte koordelen, "Jesum von Nazareth", agressief van karakter. Als blijkt dat Jezus gevangen wordt genomen, vraagt Hij wel om de discipelen te laten gaan.
Tegenover de gewapende gevangenneming staat dan direct de liefde waar het koraal mee begint. De baspartij kent in "auf diese Marterstraße" een chromatisch dalende gang, dat wil zeggen as, g, ges, f, e, in die dalende lijn volgen de halve toonsafstanden elkaar op. Dit is in de barokmuziek een uiting van naderend onheil. We vinden het op dezelfde plaats in de sopraanmelodie ook, in es, d, des, c. Dubbel op dus. De "Lust und Freuden" waarin de gelovige mens zich zelf ziet, is in de melodie van de sopranen vrij laag en krijgt als tegenstelling de hoog klinkende afsluiting "und du mußt leiden". Symboliek is de meestercomponist uit de barok ook niet vreemd.

U vindt ons ook op social media: